Jezus geboorte en de belijdenissen
Kerstfeest is het feest van het licht in de nacht van een verloren wereld. Op het eerste gezicht zien we daar in de belijdenissen van de kerk niet zo veel van. Maar als we beter kijken, zien we dat licht zo heerlijk stralen, schrijft dr. W. Verboom.
Het is zelfs zo dat wanneer dit licht zou doven, alle andere lichten in de belijdenis ook zouden doven en het volslagen donker zou worden in de confessie. Wie het heilsfeit van kerst uit de belijdenissen verwijdert, houdt niets meer over dan een lege huls. Laten we nagaan hoe dit licht in de belijdenissen van de kerk schijnt.
Groot is de omvang van het licht van de geboorte van Jezus in de belijdenis niet. Maar dat hoeft ook niet. Het kleine licht straalt zeer helder. De functie van dit licht in de belijdenis is tweeledig. Het ontmaskert de leugen en het ontdekt de waarheid en daarmee nodigt het uit om feest te vieren, het feest van de onbegrijpelijke liefde van God voor verloren mensen.
In de belijdenissen van de Vroege Kerk zien we het licht van kerst al meteen schijnen. Als voorbeeld noem ik de Geloofsbelijdenis van Nicea (325). Daar belijden we met de kerk der eeuwen van de Heere Jezus:
Die om ons mensen en om ons behoud is neergedaald en is vleesgeworden uit de Heilige Geest en de maagd Maria.
Dat Jezus uit de Heilige Geest ontvangen is, vloeit voort uit het bijbels getuigenis dat Jezus waarachtig Gód is. Daarmee ontmaskert dit licht de dwaalleer van Aríus, die ontkende dat Jezus waarachtig God is, maar slechts een schepsel, zij het wel het hoogste.
Dat Jezus geboren is uit de maagd Maria vloeit voort uit het bijbels getuigenis dat Gods Zoon waarachtig méns geworden is. Daarmee ontmaskert dit licht de dwaalleer van de gnostiek en andere stromingen, volgens welke Jezus geen echt mens was, maar een schijnlichaam had.
Het volledige artikel is te lezen in De Waarheidsvriend van 19 december 2014.